Tauromaquia, de kunst van het stierenvechten (naar Goya)
the Art of Bullfighting (after Goya)
Geen stier. Dit is geen stier, laat staan een stier die op het punt staat te sterven.
Wanneer ik naar de Tauromaquia-etsen van Goya kijk heb ik nauwelijks oog voor het onderwerp; het stierengevecht. Het bloedstollende schouwspel dat steevast eindigt met de dood van de stier, soms van het paard en hoogstzelden van de matador. Ik zie de wreedheid wel, de ontreddering, de schoonheid ook en de chaos, maar het is net of ik er langs of dwars doorheen kijk.
Francisco Goya (1746-1828) tekende sommige van zijn stierengevechten naar de waarneming, naar wat hij met eigen ogen in de arena zag. Maar een groot deel ervan maakte hij naar aanleiding van historische gevechten tussen mens en stier. Gevechten die hij zelf niet gezien kon hebben maar waar tientallen jaren later nog over gesproken werd. Hij maakte van de overgeleverde gebeurtenissen in de arena zijn eigen visuele interpretatie.
Ik kijk opnieuw. Ik zie de stier en de man te paard in een gestolde actie, als een momentopname geknipt uit een vloeiende beweging. Ik zie twee donkere horens afsteken tegen een witte flank; een witgrijze rug voor een diepzwarte borst; daaronder een hermetisch silhouet als schaduw tegen de grond geslagen. De hals spant zich als een boog, tegengesteld aan die van de teugels. Poten en benen kruisen elkaar als schragen waarop het tafereel wordt gedragen. De kuiten van toeschietende helpers op de achtergrond zorgen voor extra stevigheid, ze staan haaks op de afzet van de stier. De draai is ingezet. Een botsing voorlopig afgewend.
Heel even is het alsof ik de beweging zie vlak vóór en vlak na dit bevroren moment.
De vaart zit in het gestrekte stierenlijf, in het paard dat op zijn achter poten balanceert en in het voorover hellen van de ruiter. Een opeenvolging van een gestrekt en een gebogen been tegelijkertijd. Een zijwaartse galop, een draai in een flits en ‘Bwaff’ daar is de doffe klap.
Ik zie een collage van losse elementen. De afzonderlijke onderdelen worden in een onnavolgbare compositie tegen elkaar uitgespeeld. Zwart tegen wit en wit tegen zwart en alle nuances daar tussenin. Opgebouwd uit talloze arceringen en kromme lijntjes botsen de volumes op elkaar. Hol en bol schuiven achter elkaar langs. Diagonale lansen en stokken rijgen de bewegelijke kluwen aaneen. De plaats van handeling, de arena, is minimaal aangezet. De houten omheining net voelbaar. Het strakke ritme van de planken contrasteren overduidelijk met de wanordelijke handeling op de voorgrond.
oktober 2012